Scherpstellen met AF (AF-methode)
De AF-methode selecteren
U kunt een AF-methode selecteren die bij de opnamesituatie en bij uw onderwerp
past. De volgende AF-methoden zijn beschikbaar: [u(gezicht)+volgen],
[FlexiZone - Multi] (pag. 220), [FlexiZone - Single] (pag. 222).
Wanneer u nauwkeurig wilt scherpstellen, stelt u de focusinstellingsknop op de
lens in op <MF>, vergroot u de opname en stelt u handmatig scherp (pag. 228).
Als [AF-bediening] is ingesteld op [Servo AF], wordt het AF-punt blauw wanneer
de scherpstelling is bereikt (pag. 216). Er klinkt in dit geval geen pieptoon.
In de modi <5> en <C> wordt Servo AF automatisch ingesteld. Wanneer de
scherpstelling is bereikt, wordt het AF-punt blauw en klinkt er een pieptoon.
u(gezicht)+volgen: c
De camera detecteert en stelt scherp op gezichten van mensen. Indien een
gezicht beweegt, beweegt het AF-punt <p> mee om het gezicht te volgen.
218
Selecteer de AF-methode.
Selecteer op het tabblad [A] de
optie [AF-methode].
Selecteer de gewenste AF-methode
en druk op <0>.
Wanneer het Live View-beeld wordt
weergegeven, drukt u op de knop <Q>
om de AF-methode in het scherm Snel
instellen (pag. 208) te selecteren.
Geef het Live View-beeld weer.
1
Druk op de knop <A>.
Het Live View-beeld wordt op het
LCD-scherm weergegeven.
Selecteer een AF-punt.
2
Wanneer er een gezicht wordt herkend, wordt
het AF-punt <p> weergegeven op het
gezicht waarop zal worden scherpgesteld.