Advertenties
Opname via licht of scènetype
In de basismodi <2>, <3>, <4>, <5> en <C> kunt u opnamen
maken terwijl de instellingen aan de lichtomstandigheden of het type scène
zijn aangepast. In de meeste situaties voldoet [e Stand. inst.] , maar als
de instellingen aan de lichtomstandigheden of het type scène zijn
aangepast, zal de opname nauwkeuriger overeenkomen met wat u ziet.
Voor Live View-opnamen moet u, als u zowel [Licht-/scèneopnamen]
als [Sfeeropnamen] (pag. 100) instelt, eerst [Licht-/scèneopnamen]
instellen. Hierdoor wordt het gemakkelijker om het resultaat op het
LCD-scherm te bekijken.
Licht of scène
e Stand. inst.
f Daglicht
g Schaduw
h Bewolkt
i Kunstlicht
j TL-licht
r Zonsondergang
104
2 3 4 5
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
k
Stel het programmakeuzewiel in
1
op een van de volgende modi:
<2>, <3>, <4>, <5> of
<8>.
Voor <8> zet u het wiel op <C>.
Geef het Live View-beeld weer.
2
Druk op de knop <A> om het Live
View-beeld weer te geven.
8
C
k
k
k
k
k
k
k
Advertenties
