Als <B> of <M> wordt ingesteld, is de vertraging tussen het volledig
indrukken van de ontspanknop en het maken van de opname langer dan
anders het geval zou zijn bij enkelbeeld en continu-opnamen.
Bij Live View-opnamen kunnen <B> en <M> niet worden ingesteld.
De snelheid bij continu-opnamen kan iets lager liggen als het accuniveau
laag is.
Bij het gebruik van AI Servo AF neemt de snelheid voor continue
opname mogelijk enigszins af. Dit is afhankelijk van het onderwerp en de
gebruikte lens.
i: De maximale snelheid bij continue opname van circa 5,0 opnamen/
seconde wordt bereikt onder de volgende omstandigheden*: bij 1/500
seconde of kortere sluitertijd, bij maximaal diafragma (afhankelijk van de
lens), Vervormingscorrectie: Uitschakelen en Antiknipperopname:
Uitschakelen. De snelheid van continue opname neemt mogelijk af op
basis van de sluitertijd, het diafragma, de omstandigheden van het
onderwerp, de helderheid, de lens, het gebruik van de flitser, de
temperatuur, het resterende accuniveau, enzovoort.
* Stel de AF-bedieningsmodus in op 1-beeld AF en zet de IS-schakelaar op UIT bij
gebruik van de volgende lenzen: EF300mm f/4L IS USM, EF28-135mm f/3.5-5.6 IS
USM, EF75-300mm f/4-5.6 IS USM en EF100-400mm f/4.5-5.6L IS USM.
i De transportmodus selecteren
123