De waarde voor de belichtingscompensatie blijft van toepassing, zelfs
nadat u de aan-uitschakelaar op <2> hebt gezet.
U kunt de flitsbelichtingscompensatie ook instellen met de optie
[Func.inst. int. flitser] onder [z1: Flitsbesturing] (pag. 186).
A De flitsbelichting vergrendelen (FE-vergrendeling)K
Als het onderwerp zich aan de rand van het beeld bevindt en u de flitser
gebruikt, kan het onderwerp te licht of te donker worden. Dit is onder meer
afhankelijk van de achtergrond. Gebruik in dat geval FE-vergrendeling.
Nadat u de juiste flitsbelichting voor het onderwerp hebt ingesteld, kunt u
een nieuwe compositie maken (het onderwerp bij de rand plaatsen) en de
opname maken. Deze functie kan ook worden gebruikt met een Canon
Speedlite uit de EX-serie.
* FE staat voor Flash Exposure (flitsbelichting).
Elke keer dat u op de knop <A> drukt, wordt er voorgeflitst waarna het
benodigde flitsvermogen wordt berekend en opgeslagen in het geheugen.
Druk op de knop <D>.
1
De interne flitser komt tevoorschijn.
Druk de ontspanknop half in en kijk in de
zoeker of het pictogram <D> brandt.
Stel scherp op het onderwerp.
2
Druk op de knop <A>.
3
Richt het midden van de zoeker op het
onderwerp waarvoor de flitsbelichting
moet worden vergrendeld en druk
vervolgens op de knop <A>.
De flitser flitst kort voor, waarna het
benodigde flitsvermogen wordt berekend
en opgeslagen in het geheugen.
In de zoeker wordt 'FEL' kort
weergegeven en <d> licht op.
D De interne flitser gebruiken
(8)
179