3 Menufunctie-instellingen
Geluidsopname J
Niveaumeter
Opties voor [Geluidsopname/Opname niveau]
[Automatisch]: Het geluidsopnameniveau wordt automatisch
[Handmatig] : Voor gevorderde gebruikers. U kunt het
[Uitschakelen]: Er wordt geen geluid opgenomen.
[Windfilter]
Wanneer deze functie is ingesteld op [Auto], wordt het geluid dat
wordt veroorzaakt door wind verminderd wanneer het buiten waait.
Deze functie wordt alleen geactiveerd bij gebruik van de
ingebouwde microfoons. Wanneer de windfilterfunctie is
geactiveerd, worden ook lage bastonen verminderd.
[Demper]
Zelfs als u [Geluidsopname] instelt op [Automatisch] of
[Handmatig] voordat u een opname maakt, kan er
geluidsvervorming optreden indien er een zeer hard geluid is. In
dergelijke gevallen wordt het aanbevolen om de instelling
[Inschakelen] te gebruiken.
266
Normaliter nemen de ingebouwde
microfoons geluid in stereo op. Indien er
een in de handel verkrijgbare externe
stereomicrofoon met een ministekker
(diameter van 3,5 mm) wordt aangesloten
op de IN-aansluiting voor externe
microfoons (pag. 26), krijgt deze prioriteit.
aangepast. Automatische niveauregeling functioneert
automatisch in reactie op het geluidsniveau.
geluidsopnameniveau instellen op een van 64 niveaus.
Selecteer [Opname niveau] en kijk op de niveaumeter
terwijl u de pijltjestoetsen <Y> en <Z> indrukt om het
geluidsopnameniveau aan te passen. Kijk op de
piekenindicator (circa 3 sec.) en pas het niveau
dusdanig aan dat de niveaumeter soms rechts van de
markering 12 (-12 dB) oplicht voor de hardste geluiden.
Indien dit meer is dan 0, wordt het geluid vervormd.