AF-bediening en maximaal diafragma van de lens
Maximaal diafragma van lens: f/3.2 - f/5.6
Bij alle AF-punten zijn AF-kruismetingspunten mogelijk gevoelig voor
zowel verticale als horizontale lijnen. Bij de onderstaande lenzen
kunnen echter met de buitenste AF-punten alleen verticale of
horizontale lijnen worden gedetecteerd (geen scherpstelling op basis
van kruismetingen).
Lenzen waarmee niet kan worden scherpgesteld op basis van
kruismetingen met de buitenste AF-punten
Scherpstelling op basis van kruismetingen bij de AF-punten <
is met de volgende lenzen niet mogelijk:
EF35-80mm f/4-5.6, EF35-80mm f/4-5.6 II, EF35-80mm f/4-5.6 III,
EF35-80mm f/4-5.6 USM, EF35-105mm f/4.5-5.6, EF35-105mm f/4.5-5.6
USM, EF80-200mm f/4.5-5.6 II, EF80-200mm f/4.5-5.6 USM
Maximaal diafragma van lens: f/1.0 - f/2.8
Behalve scherpstelling op basis van kruismetingen (verticale en
horizontale lijnen worden tegelijkertijd gedetecteerd), kan het middelste
AF-punt ook zeer nauwkeurige automatische scherpstelling uitvoeren
met gevoeligheid voor verticale lijnen.
De overige 18 AF-punten voeren scherpstelling op basis van kruismetingen
uit, zoals wanneer het maximale diafragma f/3.2 - f/5.6 is.
* Met uitzondering van de EF28-80mm f/2.8-4L USM en EF50mm f/2.5 Compact Macro.
Scherpstelling op basis van kruismetingen
Scherpstelling met verticale gevoeligheid
Scherpstelling met horizontale gevoeligheid
AF-gebiedselectiemodiK
> en <
119
>