w Printen
De schermweergave en instellingsopties kunnen per printer
verschillen. Sommige instellingen zijn mogelijk niet beschikbaar.
Raadpleeg de instructiehandleiding van de printer voor meer informatie.
Pictogram aangesloten printer
Scherm met printinstellingen
Het papierformaat, de papiersoort en de pagina-indeling die u hebt ingesteld, worden weergegeven.
* Afhankelijk van de printer kunnen bepaalde instellingen, bijvoorbeeld het printen van de
datum en het bestandsnummer en het bijsnijden, mogelijk niet worden geselecteerd.
336
Selecteer de opname die u wilt printen.
1
Controleer of linksboven in het LCD-
scherm het pictogram <w> wordt
weergegeven.
Draai aan het instelwiel <5> om de
opname te selecteren die u wilt printen.
Druk op <
2
Het scherm met printinstellingen
wordt weergegeven.
Hiermee stelt u de printeffecten in (pag. 338).
Hiermee schakelt u het printen van datum of bestandsnummer in of uit.
Hiermee stelt u het aantal te printen exemplaren in.
Hiermee stelt u het printgebied in (pag. 341).
Hiermee stelt u het papierformaat, de papiersoort en de indeling in.
Hiermee gaat u terug naar het scherm in stap 1.
Hiermee start u het printen.
Selecteer [Papier inst.].
3
Selecteer [Papier inst.] en druk
vervolgens op <0>.
Het scherm met papierinstellingen
wordt weergegeven.
>.
0