Algemene aandachtspunten bij het maken van Live View-opnamen
Beeldkwaliteit
Wanneer u opnamen maakt bij hoge ISO-snelheden, kan er ruis
(zoals lichte puntjes en strepen) op de opname zichtbaar zijn.
Opnamen bij hoge temperaturen kunnen ruis en afwijkende kleuren in de
opname tot gevolg hebben.
Als u langere tijd achtereen met Live View werkt, kan de interne temperatuur
van de camera oplopen, waardoor de beeldkwaliteit mogelijk afneemt.
Schakel Live View-opnamen altijd uit wanneer u geen opnamen maakt.
Als u opnamen maakt met een lange belichtingstijd terwijl de interne temperatuur van
de camera hoog is, kan de beeldkwaliteit afnemen. Beëindig Live View-opnamen en
wacht een paar minuten voordat u weer begint met het maken van opnamen.
Witte <s> en rode <E> waarschuwingspictogrammen voor interne temperatuur
Als de interne temperatuur van de camera oploopt vanwege langdurig
gebruik van Live View-opnamen of bij een hoge omgevingstemperatuur,
verschijnt er een wit <s> of rood <E> pictogram.
Het witte pictogram <s> geeft aan dat de beeldkwaliteit van foto's zal
verslechteren. Het wordt aanbevolen om tijdelijk te stoppen met het
maken van Live View-opnamen en de camera enige tijd te laten afkoelen
voordat u verdergaat met fotograferen.
Het rode pictogram <E> geeft aan dat Live View-opnamen binnen afzienbare
tijd automatisch worden beëindigd. U kunt in dat geval geen opnamen meer
maken totdat de interne temperatuur van de camera is gedaald. Verlaat de Live
View-modus of schakel de camera uit om deze enige tijd te laten afkoelen.
Wanneer u gedurende lange tijd bij een hoge temperatuur Live View-
opnamen maakt, wordt het pictogram <s> of <E> eerder
weergegeven. Schakel de camera altijd uit als u geen opnamen maakt.
Indien de interne temperatuur van de camera hoog is, kan de
beeldkwaliteit van opnamen met een hoge ISO-snelheid achteruitgaan,
zelfs al voordat het witte pictogram <s> wordt weergegeven.
Opnameresultaten
Als u de foto in de vergrote weergave maakt, is het mogelijk dat de
belichting niet naar wens is. Keer naar de normale weergave terug
voordat u een foto maakt. In de vergrote weergave worden de sluitertijd
en het diafragma oranje weergegeven. Zelfs als u de foto in de vergrote
weergave maakt, wordt de opname in de normale weergave vastgelegd.
Als [z2: Auto Lighting Optimizer/z2: Auto optimalisatie helderheid] (pag. 146) is
ingesteld op iets anders dan [Deactiveren], kan de opname nog steeds licht zijn, zelfs als
er een kleinere belichtingscompensatie of kleinere flitsbelichtingscompensatie is ingesteld.
Als u een TS-E-lens gebruikt (met uitzondering van de TS-E17mm
f/4L of TS-E24mm f/3.5L II) en de lens verschuift of kantelt, of als u een
tussenring gebruikt, kan de standaardbelichting wellicht niet worden
verkregen of kan een onregelmatige belichting het resultaat zijn.
230