■ Wanneer er een waarschuwings‐
code verschijnt op het Bestuurders‐
informatiecentrum.
■ Wanneer de parkeerhulp een ob‐
stakel herkent.
Bij het parkeren van de auto en/
of het openen van een portier
■ Als de contactsleutel nog in het
contactslot steekt.
■ Bij ingeschakelde rijverlichting.
Tijdens een Autostop
■ Als het bestuurdersportier geopend
is.
Instrumenten en bedieningsorganen
Tripcomputer
U selecteert de menu's en functies
met de toetsen op de richtingaanwij‐
zerhendel 3 85.
In het Midlevel-display drukt u op de
knop MENU om Informatiemenu
dagteller/brandst. te selecteren en bij
het Uplevel-display selecteert u W.
Draai aan het stelwiel om één van de
submenu's te kiezen:
■ Dagteller 1
■ Dagteller 2
(alleen Uplevel-display)
■ Actieradius
■ Gemiddeld verbruik
■ Momentaan verbruik
■ Gemiddelde snelheid
93