Opgeslagen instellingen
Elke keer als de sleutel uit het con‐
tactslot wordt getrokken worden de
volgende instellingen automatisch
door de sleutel opgeslagen:
■ Elektronische klimaatregeling
(ECC)
■ Verlichting
■ Infotainment-systeem
■ Centrale vergrendeling
De opgeslagen instellingen worden
automatisch opgeroepen zodra u de
sleutel weer in het contactslot steekt.
Persoonlijke instellingen 3 95.
Elektronisch
sleutelsysteem
Dit maakt zonder mechanische sleu‐
tel de bediening mogelijk van
■ Centrale vergrendeling
■ Diefstalalarmsysteem
■ Contact en startmotor
De bestuurder hoeft alleen de elek‐
tronische sleutel bij zich te dragen.
Let op
De elektronische sleutel niet in de
bagageruimte of voor het
Info-Display leggen.
Sleutels, portieren en ruiten
Motor starten 3 230.
Handzender
De elektronische sleutel heeft boven‐
dien een afstandsbediening.
Batterij elektronische sleutel
vervangen
Batterij meteen vervangen zodra het
systeem niet meer goed werkt of het
bereik ervan afneemt. Een storings‐
code op het Driver Information Center
geeft aan dat de batterijen vervangen
moeten worden 3 91.
23