152
Infotainmentsysteem
Afhankelijk van het aantal opgesla‐
gen tracks kan het zoekproces enkele
minuten duren.
Selecteer een zoekoptie en selecteer
daarna de gewenste track.
Verwijderen van een CD
Toets d indrukken.
De CD wordt uit de CD-sleuf gewor‐
pen.
Als de CD na het uitwerpen niet wordt
verwijderd, wordt deze na enkele se‐
conden automatisch weer naar bin‐
nen getrokken.
CD 300 / CD 400
Afspelen van een CD starten
Druk op de CD/AUX-knop om het CD
of MP3-menu te openen.
Is er een CD in de CD-speler, wordt
het afspelen van de CD gestart.
Afhankelijk van de data die op de au‐
dio- of MP3-CD is opgeslagen, ver‐
schijnt er op het display de betref‐
fende informatie over de CD en de
actuele track.
Plaatsen van een CD
Plaats de CD met de bedrukte kant
naar boven in de CD-sleuf totdat de
CD naar binnen wordt getrokken.
Let op
Bij het aanbrengen van een cd ver‐
schijnt er een cd-symbool op de bo‐
venste regel van het display.
Wijzigen van de standaard
paginaweergave
(alleen CD 300)
Tijdens het afspelen van een audio-
CD of MP3: druk op de MENU-knop
en selecteer Standaardweergave cd-
pagina of Standaardweergave pagina
mp3.
Selecteer de gewenste optie.
Mapniveau wijzigen
(alleen CD 300, MP3 afspelen)
Druk op knop g of e of om naar een
hoger of lager mapniveau te gaan.
Doorspringen of terugspringen naar
de volgende resp. vorige track
Druk kort op knop t of v.
Snel vooruit- of achteruitspoelen
Druk op de t of v-knop en houd
deze ingedrukt om de actuele track
vooruit of achteruit te spoelen.