Contact inschakelen om het stuurslot
te ontgrendelen en remlichten, claxon
en voorruitwissers te kunnen bedie‐
nen.
Versnellingsbak in neutrale stand.
Schakel de alarmknipperlichten in op
beide auto's.
Voorzichtig
Rijd kalm en langzaam. Door roe‐
keloos rijden kan de auto bescha‐
digd raken.
Bij uitgeschakelde motor gaat rem‐
men en sturen aanmerkelijk zwaar‐
der.
Recirculatiesysteem inschakelen en
ruiten sluiten, zodat geen uitlaatgas‐
sen van de slepende auto kunnen
binnendringen.
Auto's met automatische versnel‐
lingsbak: Sleep de auto niet met be‐
hulp van het sleepoog. Slepen met
een sleepkabel kan ernstige schade
aan de automatische versnellingsbak
veroorzaken. Voor het slepen van
een auto met automatische versnel‐
lingsbak gebruikt u een autoambu‐
lance of een dolly.
Auto met handgeschakelde versnel‐
lingsbak: De auto moet voorwaarts
worden gesleept, niet sneller dan
80 km/u. In alle gevallen en wanneer
de versnellingsbak defect is, moet de
vooras worden opgetild.
De hulp van een werkplaats inroepen.
Na het slepen verwijdert u het sleep‐
oog.
Afdekking aan onderkant insteken en
afdekking sluiten.
De beste manier om de auto te laten
vervoeren is met een bergingsvoer‐
tuig.
Verzorging van de auto
Andere auto slepen
Afdekking losmaken door op de mar‐
kering te drukken en de afdekking te
verwijderen.
Het sleepoog is opgeborgen bij het
boordgereedschap 3 283.
301