232
Rijden en bediening
Met de mechanische sleutel kunt u al‐
leen het bestuurdersportier vergren‐
delen of ontgrendelen. Auto volledig
ontgrendelen 3 24. Bij auto's met een
diefstalalarmsysteem kan tijdens het
ontgrendelen het alarm afgaan. Zet
het alarm af door het contact in te
schakelen.
Open de afdekking onder in de be‐
kerhouder van de middenconsole.
Schuif de elektronische sleutel uit en
steek deze in het sleutelgat.
Druk op de knop Start/Stop.
Voor het afzetten van de motor de
Start/Stop-toets minstens
2 seconden indrukken.
Bestuurdersportier met de mechani‐
sche sleutel vergrendelen. Auto vol‐
ledig vergrendelen 3 24.
Deze mogelijkheid is alleen bestemd
voor noodgevallen. De hulp van een
werkplaats inroepen.
De auto starten bij lage
temperaturen
De motor starten zonder extra ver‐
warmingselementen is mogelijk tot
-27 °С. Vereist wordt een motorolie
met de juiste viscositeit, de juiste
brandstof, uitgevoerd onderhoud en
een voldoende geladen accu. Bij tem‐
peraturen onder - 27 °C heeft de au‐
tomatische versnellingsbak een op‐
warmfase van ca. 5 minuten nodig.
De keuzehendel moet in stand P
staan.
Uitrol-brandstofafsluiter
De brandstoftoevoer wordt automa‐
tisch afgesloten bij het uitrollen,
d.w.z. wanneer u met een ingescha‐
kelde versnelling onder het rijden het
gas loslaat.
Stop/Start-systeem
Het Stop/Start-systeem helpt brand‐
stof besparen en uitlaatemissies be‐
perken. Wanneer de omstandighe‐
den het toelaten, schakelt het de mo‐
tor uit van zodra de auto langzaam
rijdt of stilstaat, bijv. voor een ver‐
keerslicht of in een file. Het start de
motor automatisch zodra u het kop‐
pelingspedaal bedient. Een accusen‐
sor zorgt ervoor dat een Autostop al‐
leen wordt uitgevoerd, wanneer de
accu voldoende geladen is om te kun‐
nen herstarten.
Activering
Het stop-startsysteem is beschikbaar
van zodra de motor is gestart, de auto
is vertrokken en er aan de hieronder
opgegeven omstandigheden voldaan
is.