144
Infotainmentsysteem
In- en uitschakelen van RDS
RDS op Aan of Uit zetten.
Let op
Na het uitschakelen van RDS wordt
deze functie automatisch weer inge‐
schakeld bij het afstemmen op een
andere zender (via de zoekfunctie of
een voorkeuzeknop).
In- en uitschakelen van
regio-instelling
(RDS moet zijn geactiveerd voor de
regio-instelling).
Op bepaalde tijden zenden sommige
RDS-zenders regionaal andere pro‐
gramma's uit op verschillende fre‐
quenties.
Regionaal op Aan of Uit zetten.
Alleen alternatieve frequenties (AF)
met dezelfde regionale programma's
worden geselecteerd.
Is de regio-instelling uitgeschakeld,
worden alternatieve frequenties voor
de zenders geselecteerd zonder re‐
kening te houden met regionale pro‐
gramma's.
Lopende RDS-tekst
Sommige RDS-zenders gebruiken de
regels voor het aangeven van de pro‐
grammanaam en tevens voor het
weergeven van extra informatie. Ge‐
durende dit proces wordt de program‐
manaam verborgen.
Om te voorkomen dat extra informatie
wordt weergegeven:
RDS-tekst stoppen op Aan zetten.
Radiotekst
Zijn RDS en ontvangst van een RDS-
station geactiveerd, wordt informatie
over het momenteel te ontvangen
programma en over de afgespeelde
muziektrack onder de programma‐
naam weergegeven.
Om de informatie weer te geven of te
verbergen:
Radiotekst op Aan of Uit zetten.
TA-volume
Het volume voor verkeersberichten
(TA) kan worden vooringesteld
3 132.
Radioverkeerinformatieservice
(TP = verkeersprogramma)
Zenders met radioverkeerinformatie‐
service zijn RDS-zenders die ver‐
keerinformatie uitzenden.
Het in- en uitschakelen van de
radioverkeerinformatieservice
Het in- en uitschakelen van de stand-
by verkeersberichtenfunctie van het
infotainmentsysteem:
Druk op de knop TP.
■ Is de radioverkeerinformatieservice
ingeschakeld, wordt in het zwart [ ]
weergegeven op het display (grijs
als de radioverkeerinformatieser‐
vice is uitgeschakeld).