9 Waarschuwing
Deactiveer het passagiersairbag‐
systeem als er zich een kind op de
passagiersstoel bevindt.
Activeer het passagiersairbagsys‐
teem als er zich een volwassene
op de passagiersstoel bevindt.
Gebruik de contactsleutel om de po‐
sitie te kiezen:
Wuit = airbags van voorpassagier
zijn gedeactiveerd en gaan
niet af bij een aanrijding. De
controlelamp Wuit brandt
continu. U kunt een kinder‐
zitje aanbrengen in over‐
eenstemming met de tabel
Inbouwposities kinderveilig‐
heidssystemen 3 55.
Vaan = airbags van voorpassagier
zijn actief. U mag geen kin‐
derveiligheidssystemen
aanbrengen.
Zolang de controlelamp Wuit niet
brandt, zullen de airbagsystemen van
de passagiersstoel afgaan bij een
aanrijding.
Verander de status alleen tijdens stil‐
stand terwijl het contact is uitgescha‐
keld.
Status blijft actief tot de volgende ver‐
andering.
Controlelamp airbag-deactivering
3 81.
Stoelen, veiligheidssystemen
Kinderveiligheidssyste‐
men
Wij bevelen het GM-kinderveilig‐
heidssysteem aan dat specifiek voor
montage in uw auto geschikt is.
Wanneer u een kinderveiligheidssys‐
teem gebruikt, moet u de gebruikers-
en montagehandleiding én de instruc‐
ties bij het kinderveiligheidssysteem
opvolgen.
Houd u altijd aan de plaatselijke of
landelijke voorschriften. In sommige
landen is het gebruik van kindervei‐
ligheidssystemen op bepaalde zit‐
plaatsen verboden.
9 Waarschuwing
Wanneer een kinderveiligheids‐
systeem op de passagiersstoel
voorin wordt gebruikt, moeten de
airbagsystemen voor de passa‐
giersstoel voorin worden uitge‐
schakeld; zo niet, dan kan het in
53