98
Instrumenten en bedieningsorganen
Tijd Datum
Zie de infotainment-handleiding voor
nadere informatie.
Radio-instellingen
Zie de infotainment-handleiding voor
nadere informatie.
Bluetooth-instellingen
Zie de infotainment-handleiding voor
nadere informatie.
Auto-instellingen
■ Klimaatregeling en luchtkwaliteit
Automatische ventilatorsnelheid:
Verandert het luchtdebiet (hoog /
middelhoog / laag).
Automatische luchtrecirculatie:
Verandert de gevoeligheid (laag /
hoog) van de AQS (Air Quality Sen‐
sor).
Automatische ontwaseming: aan /
uit (automatische ontwaseming ac‐
tiveren of deactiveren).
Automatische ontwaseming
achterin
: aan / uit (automatische ontwase‐
ming achterin activeren of deacti‐
veren).
■ Comfortinstellingen
Volume van geluidssignaal: Veran‐
dert het volume van geluidssigna‐
len.
Achterruitwisser bij achteruitrijden
: Activeert of deactiveert automati‐
sche inschakeling achterruitwisser
bij inschakelen achteruitversnel‐
ling.
■ Parkeerhulp/Botsingdetectie
Parkeerhulp: Activeert of deacti‐
veert ultrasoonsensoren.
■ Omgeving verlichten
Rijverlichting bij ontgrendelen:
Activeert of deactiveert de instap‐
verlichting.
Verlichtingsduur bij uitstappen:
Activeert of deactiveert en veran‐
dert de duur van de uitstapverlich‐
ting.
■ Centrale portiervergrendeling
Stop vergrendeling van portier
indien portier open: in- of uitscha‐
kelen van de automatische portier‐
vergrendelingsfunctie wanneer een
portier openstaat.
■ Met handzender vergrendelen,
ontgrendelen, starten
Terugkoppelsignaal bij
ontgrendelen met handzender:
Activeert of deactiveert alarmknip‐
perlichtsignaal bij het ontgrende‐
len.
Terugkoppelsignaal bij
vergrendelen met handzender: Ac‐
tiveert of deactiveert alarmknipper‐
lichtsignaal bij het vergrendelen.
Passieve portierontgrendeling:
Verandert de configuratie om al‐
leen het bestuurdersportier of de
hele auto te ontgrendelen.
Alarm handzender ligt in auto: Se‐
lecteer Aan of Uit.
■ Fabrieksinstellingen herstellen:
Reset alle functies op standaardin‐
stellingen.