STUURWIEL
Hoogte- en diepteverstelling van
het stuurwiel
(afhankelijk van auto)
Trek aan de hendel 1 en zet het stuurwiel in
de gewenste stand; druk de hendel voorbij
het zware om het stuurwiel te blokkeren.
Controleer of het stuurwiel goed is vergren-
deld.
Voer, om veiligheidsredenen,
deze afstellingen uitsluitend uit
als de auto stilstaat.
1.72
1
Laat het stuurwiel niet in een uiterste
stand gedraaid staan als de auto stil
staat.
Zet nooit de motor af tijdens het
rijden: bij uitgeschakelde motor
is er geen bekrachtiging.