OLIEPEIL VAN DE MOTOR
Iedere motor verbruikt wat olie voor het
smeren en koelen van de bewegende delen
in de motor. Het is daarom normaal dat u
tussen twee onderhoudsbeurten olie moet
bijvullen.
Indien u na de inrijperiode echter meer dan
0,5 liter olie per 1000 km moet bijvullen,
dient u dit aan een merkdealer te melden.
Controleer het oliepeil regelmatig en
in ieder geval voor elke grote reis: vul
indien nodig tijdig olie bij om ernstige
schade aan de motor te voorkomen.
Aflezen van het oliepeil
De auto moet horizontaal staan en de motor
mag geruime tijd niet hebben gedraaid.
Voor het exacte oliepeil en het controle-
ren of het maximum peil niet overschre-
den is (risico op schade aan motor), moet
u de peilstaaf gebruiken. Raadpleeg de
volgende bladzijden.
Het display van het instrumentenpaneel
waarschuwt uitsluitend als het oliepeil mini-
maal is.
4.4
Variant 1
Waarschuwing minimum oliepeil op in-
strumentenpaneel
Bij het aanzetten van het contact en gedu-
rende ongeveer 15 secondes, als het peil
boven het minimum niveau is, geeft het
display "oil ok" aan of "oliepeil correct". Deze
boodschap geeft het oliepeil en niet de kwa-
liteit aan.
Voor meer informatie, drukt u op de schake-
laar voor het bedienen van de boordcompu-
ter: boodschap 1.
Variant 2
Betekenis van de boodschappen
Boodschap 1
Boven minimumpeil
Boodschap 2
Minimumpeil
De blokjes op het display geven het peil aan.
Zij verdwijnen naarmate het peil daalt en
worden vervangen door een streepje.
Om andere informatie te kunnen lezen op
uw boordcomputer, drukt u opnieuw op de
functiekeuzetoets.
Het display waarschuwt alleen
als het peil te laag is en niet als
het te hoog is, dit is alleen af te
lezen met de peilstaaf.