VERSNELLINGSBAK QUICKSHIFT
Starten
Zet het contact aan.
Het display op het instrumentenpaneel licht
op. Als de neutraalstand (N) wordt aangege-
ven, start u de motor zonder gas te geven.
Als een andere versnelling dan de neutraal-
stand (N) wordt aangegeven, knippert deze;
het starten is dan mogelijk als u het rem-
pedaal indrukt (het waarschuwingslamp-
je 4 licht op als u dit vergeet) en de con-
tactsleutel in de startstand houdt.
Er wordt dan automatisch naar (N) gescha-
keld en de motor start.
U kunt ook naar neutraal schakelen na het
aanzetten van het contact door het bewegen
van de hendel naar rechts, voet op de rem.
Als de motor draait wordt standaard de auto-
matische werking geselecteerd.
N.B.: probeer niet de motor te starten door
de auto aan te duwen als de accu is ontla-
den (het display licht niet op bij het aanzet-
ten van het contact).
Om veiligheidsredenen mag u
nooit het contact uitzetten voor-
dat de auto compleet stilstaat.
(vervolg)
Wegrijden
Het display toont N (neutraal) en A (automa-
tische werking).
Vooruit rijden
– Geef met de voet op het rempedaal een
impuls naar voren of achteren op de se-
lecteurhendel, laat hem daarna los (het
cijfer 1 verschijnt op het display).
– Laat het rempedaal los en geef een
beetje gas om weg te rijden.
Achteruitversnelling
– Voet op het rempedaal, geef een impuls
naar rechts en naar achteren tegen de
hendel en laat deze los.
De achteruit rijden is ingeschakeld
(letter R op het display).
– Laat het rempedaal los en geef een
beetje gas om achteruit te rijden.
Stilstaande auto, geef een impuls naar voren
tegen de hendel om vooruit te rijden.
4
Inschakelen van neutraal
Rempedaal ingedrukt (het controlelampje 4
licht op als u dit vergeet), geef een impuls
naar rechts.
Het oliepeil van het reservoir van de ge-
robotiseerde versnellingsbak varieert,
afhankelijk van het gebruik. Het bijvul-
len van olie is streng verboden (behalve
door gekwalificeerd RENAULT-perso-
neel).
2.41