VERSNELLINGSHENDEL/STUURBEKRACHTIGING
1
Inschakelen achteruitversnelling
Auto's met handgeschakelde versnel-
lingsbak: volg de tekening op knop 1.
Auto's met een automatische transmis-
sie: raadpleeg de paragraaf " Automatische
transmissie" in hoofdstuk 2.
De achteruitrijlichten gaan branden, zodra
de achteruitversnelling is ingeschakeld en
het contact aanstaat.
2.12
Bij het achteruit rijden kan de
auto aan de onderkant ergens
tegenaan rijden (bijvoorbeeld:
contact met een paaltje, een
trottoir of ander stadsmeubilair) en daar-
door beschadigen (bijvoorbeeld: vervor-
ming van de achtertrein).
Om ongelukken te voorkomen, moet
u uw auto door een RENAULT-dealer
laten controleren.
Stuurbekrachtiging
Rijd nooit met een accu die niet genoeg ge-
laden is.
Snelheidsafhankelijke
stuurbekrachtiging
De snelheidsafhankelijke stuurbekrachtiging
past de mate van bekrachtiging automatisch
aan de snelheid waarmee u rijdt aan.
Bij het parkeren is er veel bekrachtiging
(voor meer comfort) en met het toenemen
van de snelheid vermindert de bekrachtiging
(voor een grotere veiligheid bij snel rijden).
Zet nooit de motor af tijdens het
rijden: bij uitgeschakelde motor
is er geen bekrachtiging.