AANVULLENDE VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN VOORIN
Afhankelijk van de auto bestaan deze uit:
– gordelspanners;
– gordelspanners van de heupgordel
(voor de vijfdeurs uitvoering);
– krachtbegrenzers voor de bescher-
ming van de borstkas;
– frontale airbags voor de bestuurder en
passagier;
– zittingairbags (voor de driedeurs uit-
voering).
Deze systemen worden gelijktijdig of afzon-
derlijk, afhankelijk van de ernst van de aan-
rijding, geactiveerd bij een botsing aan de
zij- of achterkant.
Afhankelijk van de ernst van de aanrijding,
kan het systeem de volgende middelen ac-
tiveren:
– de blokkering van de autogordel;
– de gordelspanner van de heupgordel of
de zittingairbag om de inzittende tegen
zijn stoel te drukken, de kleine frontale
airbag en de krachtbegrenzers;
– de grote airbag.
1.28
3
Gordelspanners
Bij contact aan, kan tijdens een ernstige
frontale aanrijding, afhankelijk van de ernst
van de schok, het systeem de volgende on-
derdelen activeren:
– de plunjer 1 die onmiddellijk de gordel
strak trekt;
– de plunjer 2 op de voorstoelen (voor de
vijf-deurs uitvoering), of de zittingairbag 3
(voor de drie-deurs uitvoering).
De gordelspanners dienen ervoor om de
autogordel strak tegen het lichaam te trek-
ken en daardoor de inzittende in zijn stoel
te drukken wat de effectiviteit van de gordel
verhoogt.
Laat al deze veiligheidsvoor-
zieningen controleren na een
aanrijding.
Het is streng verboden zelf
werkzaamheden uit te voeren aan het
gehele systeem (gordelspanners, air-
bags, rekeneenheden, bedrading) of
deze in een andere auto over te zetten.
Om te voorkomen dat het systeem ten
onrechte in werking komt, mag uitslui-
tend deskundig personeel van de merk-
2
dealer aan de gordelspanners en air-
bags werken.
1
Het elektrische ontstekingsmechanisme
van de gordelspanners mag uitsluitend
door speciaal opgeleid personeel met
speciaal gereedschap worden gecontro-
leerd.
Laat de gaspatronen van de gordelspan-
ners en de airbags door een merkdealer
verwijderen voordat de auto wordt ge-
sloopt.