SNELHEIDSREGELAAR/-BEGRENZER: regelaarfunctie
1
De snelheidsregelaar is een functie die u
helpt de door uw gekozen rijsnelheid op een
constante waarde vast te houden, dit wordt
de ingestelde snelheid genoemd.
Vanaf 30 km/u kunt u de snelheid traploos
instellen.
De snelheidsregelaar heeft in
geen enkel geval invloed op
het remsysteem.
2
3
4
Bediening
1 Hoofdschakelaar Aan/Uit.
2 Inschakelen, in geheugen opslaan en
verhogen van de ingestelde snelheid (+).
3 Inschakelen, in geheugen opslaan en
verlagen van de ingestelde snelheid (-).
4 Uitschakelen van de functie (de
ingestelde snelheid blijft in het geheu-
gen (O)).
5 In het geheugen opslaan en oproepen
van de ingestelde snelheid (R).
5
Deze functie is een extra hulp
tijdens het rijden. Deze functie
neemt niet de taak van de be-
stuurder over.
U moet zich ten allen tijde houden aan
de voorgeschreven snelheid en blijven
opletten (u moet altijd klaar zijn om te
remmen in alle omstandigheden), de
snelheidsregelaar ontslaat de bestuur-
der niet van zijn verantwoordelijkheid.
De snelheidsregelaar moet niet gebruikt
worden in druk verkeer, op een bochtige
of gladde weg (ijzel, aquaplaning, kiezel-
steentjes) en als de weersomstandighe-
den ongunstig zijn (mist, regen, zijwind,
enz.).
Kans op ongevallen.
2.31