BOORDCOMPUTER
(vervolg)
Toetsen van de nulinstelling van
de dagteller 1 en 2
Met de weergave op "dagteller", drukt u lang
op toets 1 of 2 of houdt u de toetsen 1 en 2
tegelijk lang ingedrukt.
Toetsen voor nulinstelling van
de gegevens van de reis 1 en 2
Met de weergave op één van de parame-
ters, drukt u lang op toets 1 of 2 of lang op
beide toetsen tegelijk.
Betekenis van de waarden
gedurende de eerste paar
kilometer na een nulinstelling
1
De waarden van gemiddeld verbruik, bereik
en gemiddelde snelheid worden stabieler
en nauwkeuriger naarmate de afgelegde
afstand vanaf de laatste nulinstelling groter
wordt.
Tijdens de eerste paar kilometers na de nul-
instelling zult u merken dat:
– de actieradius tijdens het rijden groter
2
wordt.
Dit is normaal want het gemiddelde ver-
bruik daalt als:
– de auto met een constante snelheid
rijdt;
– de motor zijn bedrijfstemperatuur be-
reikt (nulinstelling bij koude motor),
– u vanuit druk stadsverkeer op de bui-
tenweg komt.
– het gemiddelde verbruik toeneemt als
de motor stationair draait en de auto stil-
staat.
Dit is normaal want de module houdt re-
kening met het brandstofverbuik bij stati-
onair draaien.
Automatische nulinstelling van
de gegevens van de reis
De nulinstelling gebeurt automatisch als één
van de gegevens zijn maximale waarde be-
reikt.
1.61