KINDERVEILIGHEID: keuze van de bevestiging van het kinderzitje
1
2
De twee ringen 1 bevinden zich tussen de
rugleuning en de zitting van de stoel en zijn
te herkennen aan een markering.
Om het plaatsen en het vergrendelen van
uw kinderzitje op de ringen 1 te vergemak-
kelijken, gebruikt u de geleiders 2 van het
kinderzitje.
De ISOFIX verankeringen mogen alleen gebruikt worden voor kinderzitjes met
het ISOFIX systeem. Bevestig nooit andere kinderzitjes, noch de gordel of andere
voorwerpen op deze verankeringspunten.
Controleer of niets in de weg zit bij de verankeringspunten.
Als uw auto betrokken is geweest bij een verkeersongeluk, moet u de ISOFIX verankerin-
gen laten controleren en het kinderzitje vervangen.
1.38
3
4
5
De derde ring wordt gebruikt voor het vast-
maken van de bovenste riem van bepaalde
kinderzitjes.
(vervolg)
6
– afhankelijk van de auto, maak het kapje 6
los van de losse bodemplaat voer daarna
de riem 3 erdoor;
– bevestig de haak 4 verplicht op de ring 5
of op de ring onder het kapje 6 met de
markering
, zet daarna de riem strak.