STARTVERGRENDELING
Dit systeem voorkomt dat de motor kan
worden gestart door iemand die niet be-
schikt over de startcode-contactsleutel
of de card van de auto.
De auto wordt automatisch na enkele secon-
des na het stilzetten van de motor beveiligd.
De werking van het systeem
Bij het starten van de motor, gaat het con-
trolelampje 1 enkele secondes continu bran-
den en dooft daarna (raadpleeg de paragraaf
"Starten van de motor" in hoofdstuk 2).
Het kan gevaarlijk zijn om
werkzaamheden uit te voeren
aan het systeem van de start-
vergrendeling (rekeneenheid,
bedrading enz.). Dit mag alleen door
deskundig RENAULT-personeel worden
gedaan.
1
Indicatie van de beveiliging
Na het stilzetten van de motor, knippert het
controlelampje 1 en is de auto beveiligd.
Waarschuwingslampje storing
Als het lampje na een startpoging blijft knip-
peren of permanent blijft branden, wijst dit
op een storing in het systeem.
Gebruik in dat geval de tweede sleutel
of de tweede card (bij de auto geleverd).
Raadpleeg als het probleem aanhoudt uw
RENAULT-dealer. Hij is de enige die aan de
startvergrendeling mag werken.
Bij storingen en/of als de handsfree
RENAULT card niet herkend wordt, ver-
plaatst u de card of steekt u deze zo diep
mogelijk in de lezer.
1.19