ACCU: storing
Om vonkvorming te voorkomen:
– Controleer of alle stroomverbruikers zijn
uitgeschakeld voordat u de accuklem-
men losmaakt of aansluit;
– Schakelt u de acculader uit voordat u
deze op de accu aansluit of ervan los-
maakt.
– Mag u geen metalen of andere gelei-
dende voorwerpen, die kortsluiting tussen
de accupolen kunnen veroorzaken, op de
accu leggen.
– Moet u minstens 20 secondes wachten
na het afzetten van de motor voordat u
de accukabels losmaakt
– Moet u de accukabels na het weer mon-
teren goed vastzetten.
De accu bevat zwavelzuur. Vermijd daarom contact met de ogen, de huid of kle-
ding. Bij onverhoopt contact spoelen met veel water.
Houd open vuur, gloeiende voorwerpen en vonken verwijderd van de accu: ex-
plosiegevaar.
Let op bij werkzaamheden dicht bij de motor, deze kan nog warm zijn. Bovendien kan de
ventilateurmotor onverwacht gaan draaien. Risico van verwonding.
A
1
Toegang tot de accu
Druk, afhankelijk van de auto op het lipje 1
en kantel het blok A naar achteren om het
los te maken.
Maak kap B los en verwijder hem, maak
daarna kap C los en verwijder hem.
B
Monteren van de kappen van de
accu
– plaats de kap C in de scharnieren en
klem deze vast;
– plaats daarna de kap B in de scharnieren
en klem deze vast;
Controleer of de twee kappen B en C goed
vergrendeld zijn.
Afhankelijk van de auto plaatst u het
blok A weer terug, door eerst de achterkant
en daarna de voorkant vast te maken.
Controleer of het goed vergrendeld is.
C
5.27