Het DIC geeft aan als er een portier,
de motorkap of de achterklep open
staat. De lamp geeft het open ge‐
deelte als gearceerd aan.
Het DIC en de lamp verschijnen bei‐
den als de auto rijdt. Als de auto stopt,
verschijnt alleen de lamp.
Instrumenten en bedieningsorganen
Informatiedisplays
Driver Information Centre
Het display van het Driver Information
Centre (DIC) is ondergebracht in de
instrumentengroep. Het DIC toont in‐
formatie over de auto. Bij het vaststel‐
len van een probleem met het sys‐
teem, toont het ook waarschuwings‐
berichten.
Boordinformatie 3 84.
Bedieningsorganen DIC
De menu's en functies kunnen wor‐
den geselecteerd met de toetsen
naast het stuurwiel.
CONFIG: indrukken om het eenvou‐
dige of het geavanceerde instrumen‐
tengroepconfiguratiedisplay te selec‐
teren.
9 BACK: indrukken om terug te gaan
naar het vorige scherm, of om terug
te gaan naar het hoofdmenu. Druk op
9 BACK om het display met het DIC-
menu te minimaliseren.
SELECT: druk op het midden van de
knop om de gemarkeerde optie te se‐
lecteren. Draai aan de knop om door
de menuopties te bladeren.
69