12
Kort en bondig
Rijverlichting
Draai aan het stelwiel:
AUTO = automatische verlichting:
De rijverlichting wordt au‐
tomatisch in- en uitgescha‐
keld, afhankelijk van het
omgevingslicht.
= rijverlichting wordt uitge‐
m
schakeld.
= zijmarkeringslichten
8
= dimlicht of grootlicht
9
r = Draai de mistachterlichtband
op de hendel naar r en laat
deze los om het mistachterlicht
in of uit te schakelen. De band
keert terug naar de oorspron‐
kelijke stand. Elke keer bij het
inschakelen van het contact
wordt het mistachterlicht auto‐
matisch op uit gezet.
Het mistachterlicht werkt al‐
leen als de koplampen en de
zijmarkeringslichten aan zijn.
Verlichting 3 93.
Lichtsignaal, grootlicht en
dimlicht
lichtsignaal = hendel naar u toe
trekken
grootlicht
= hendel van u af du‐
wen
dimlicht
= hendel van u af du‐
wen of naar u toe
trekken
Automatische verlichting 3 93,
grootlicht 3 94, lichtsignaal 3 94.