en heeft dit merkbare gevolgen voor
de elektrische actieradius en het
brandstofverbruik van de auto.
Auto recirculatie
9 Waarschuwing
Als het luchtrecirculatiesysteem is
ingeschakeld, vermindert de lucht‐
verversing. Bij het gebruik zonder
koeling neemt de luchtvochtigheid
toe waardoor de ruiten van bin‐
nenuit kunnen aandampen. De
kwaliteit van de binnenlucht neemt
na verloop van tijd af, wat tot ver‐
moeidheidsverschijnselen bij de
inzittenden kan leiden.
Druk op AUTO 4 om het systeem
zelf de luchttoevoermodus voor het
beste comfort, rendement en ontwa‐
semen te laten kiezen. Lucht wordt
gerecirculeerd of er wordt buitenlucht
in de auto aangetrokken. De toets op
het aanraakscherm brandt.
Handmatige recirculatie
Druk op 4 om lucht in de auto te la‐
ten recirculeren, druk nogmaals om
buitenlucht te selecteren. Bij deze op‐
tie licht de toets op het aanraak‐
scherm om ter aanduiding dat er lucht
wordt gerecirculeerd. Zo wordt de
lucht in de auto snel gekoeld en wordt
het binnendringen van buitenlucht of
luchtjes voorkomen.
Via 4 schakelt u de automatische
recirculatie uit. Druk op AUTO of
AUTO 4 om terug naar automati‐
sche bediening te gaan, eventueel
werkt de recirculatie automatisch.
Bij ontdooien of ontwasemen werkt
de handmatige recirculatiemodus
niet.
Automatisch verwarmde stoelen
Druk op ß AUTO voor de betreffende
stoel op het aanraakscherm. De kleur
van de toets verandert ter bevestiging
van de instelling in groen. Door het
inschakelen van het contact verwarmt
AUTO verwarmde stoelen de stoelen
automatisch tot het niveau dat bij de
temperatuur van het interieur past.
De LED's naast het stoelverwar‐
Klimaatregeling
mingssymbool op het instrumenten‐
paneel geven de verwarmingsstand
aan. Schakel automatisch ver‐
warmde stoelen uit met de toetsen op
het aanraakscherm of de toetsen
voor de handmatige stoelverwarming
op het instrumentenpaneel.
Verwarmde stoelen 3 36.
Handmatig verwarmde stoelen
Druk met ingeschakeld contact op ß
voor de betreffende stoel om de stoel‐
verwarming in te schakelen.
De knoppen zijn ondergebracht op
het instrumentenpaneel.
Verwarmde stoelen 3 36.
Verwarmbare achterruit
Om in te schakelen toets Ü indruk‐
ken.
Verwarmbare achterruit 3 31.
Verwarmde buitenspiegel 3 29.
Starten op afstand
Werkt door op # op de handzender
te drukken.
103