102
Klimaatregeling
Automatisch ontwasemen
Het systeem controleert op een hoge
vochtigheidsgraad in de auto. Als dat
het geval is, kan het systeem over‐
schakelen op toevoer van buitenlucht
en de airco of de verwarming inscha‐
kelen. Het ventilatortoerental kan
worden verhoogd om beslaan te
voorkomen. Als de luchtvochtigheid
afneemt, keert het systeem terug
naar de eerdere stand.
Persoonlijke instellingen 3 84.
Handbediening
Aanjagerregeling
Druk op de ventilatortoetsen x op het
instrumentenpaneel of op de ventila‐
tortoets op het aanraakscherm om de
ventilator langzamer of sneller te la‐
ten werken. De ingestelde ventilator‐
snelheid verschijnt. Druk op AUTO
om terug naar automatische bedie‐
ning te gaan. Druk meerdere keren op
de ventilatoruitschakeltoets om de
ventilator of de klimaatregeling uit te
schakelen.
Bij het handmatig uitschakelen van
de ventilator in de modus ECO of
Comfort schakelt het display automa‐
tisch over op de modus All vnt. Bij het
weer inschakelen van de ventilator
door het handmatig sneller laten
draaien van de ventilator of de toets
AUTO schakelt de klimaatmodus te‐
rug op de modus ECO of Comfort.
Knop luchttoevoermodus
Druk op CLIMATE op het instrumen‐
tenpaneel om het aanraakscherm kli‐
maatregeling te selecteren. Druk op
de toets luchttoevoermodus op het
aanraakscherm om de richting van de
luchtstroom te veranderen. De toets
van de geselecteerde luchttoevoer‐
modus brandt. Bij het indrukken van
een van de luchttoevoertoetsen werkt
de automatische luchttoevoer niet
meer en kan de richting van de lucht‐
stroom handmatig worden geregeld.
Druk op AUTO om terug naar auto‐
matische bediening te gaan.
Selecteer een van de onderstaande
opties om de huidige modus te wijzi‐
gen:
M: lucht stroomt naar de uitstroom‐
openingen op het instrumentenpa‐
neel.
L: lucht wordt verdeeld tussen de uit‐
stroomopeningen op het instrumen‐
tenpaneel en de uitstroomopeningen
in de vloer.
K: lucht stroomt naar de uitstroom‐
openingen in de vloer.
9: lucht stroomt naar de voorruit en
de uitstroomopeningen in de vloer om
de ruiten te ontwasemen of te ont‐
vochtigen.
V: lucht stroomt naar de voorruit. De
voorruit wordt sneller ontwasemd of
ontdooid.
Bij de optie V wordt de automatische
bediening gedeactiveerd en brandt
het lampje in de toets AUTO niet.
Selecteer V nogmaals om naar de
eerdere klimaatinstellingen terug te
gaan.
Bij de optie V in de modus All vnt of
ECO kan de airconditioning of de
elektrische verwarming gaan werken