136
Rijden en bediening
Onder de bagageruimte ligt een
draagbare oplaadkabel voor het op‐
laden van de hoogspanningsaccu
van de auto.
De oplaadkabel voor het opladen van
de auto is een hoogspanningsappa‐
raat. Tijdens regulier bedrijf kan de
stekker voor het stopcontact van de
oplaadkabel warm aanvoelen. De
stekker moet stevig in een stopcon‐
tact dat in goede staat is passen.
Lampen status oplaadkabel
De lampen voor de status van de op‐
laadkabel branden groen of knippe‐
ren rood om de status van de oplaad‐
kabel aan te geven. Als beide lampen
groen zijn, kan de auto worden opge‐
laden. Als er lampen rood knipperen,
kan de auto niet met de oplaadkabel
worden opgeladen.
Rood knipperende AC (A) geeft aan
dat de netspanning buiten het ver‐
eiste bereik is.
Rood knipperende AC (A) en storing
(B) geven aan dat het stopcontact
geen goede randaarde heeft. Opla‐
den is omwille van de veiligheid niet
toegestaan. Laat het stopcontact re‐
pareren of gebruik een ander stop‐
contact.
Een knipperende rode storing (B)
duidt op een storing in de oplaadka‐
bel. De oplaadkabel probeert auto‐
matisch te resetten. Als de knippe‐
rende rode storing (B) meer dan
30 seconden aanhoudt, haalt u de
stekker van de oplaadkabel uit het
stopcontact om te resetten. Raad‐
pleeg een werkplaats als de storing
aanhoudt.
Toets oplaadniveau
9 Waarschuwing
Bij een oplaadniveau dat de capa‐
citeit van het elektrische circuit of
het stopcontact te boven gaat is er
kans op brand of schade aan het
elektrische circuit. Gebruik op‐
laadniveau 1 totdat een erkende
elektricien de capaciteit van uw
elektrische circuit inspecteert. Ge‐
bruik oplaadniveau 1 als de capa‐
citeit van het elektrische circuit of
het stopcontact onbekend is.
Let op
Bij een lager oplaadniveau neemt de
oplaadtijd toe.
Afhankelijk van het specifieke auto‐
model selecteert u het oplaadniveau
via het oplaadscherm op het Colour-
Info-Display of via de oplaadniveau‐
knop op de oplaadkabel.
Colour-Info-Display 3 72.