114
Rijden en bediening
vóór het rijden op steile hellingen in te
schakelen. Zo heeft de auto vol‐
doende tijd op voldoende accuoplaa‐
dreserve op te bouwen.
Bij het niet selecteren van de Berg-
modus in deze situaties kan het aan‐
drijfvermogen afnemen en kan het
motortoerental hoger worden.
In de Berg-modus kan de motor af‐
hankelijk van het oplaadniveau van
de hoogspanningsaccu gaan draaien
om accuoplaadreserve voor steile
hellingen op te bouwen. Bij het selec‐
teren van de Berg-modus met vol‐
doende accuoplaadreserve wordt de
geschatte elektrische actieradius na‐
venant aangepast en wordt een even‐
tuele ongebruikte accuoplaadreserve
bij het afsluiten van de Berg-modus
weer bij de weergegeven elektrische
actieradius opgeteld.
Als u opnieuw op RIJMODUS drukt,
gaat u terug naar de modus
Normaal. Deze wordt na
drie seconden actief.
Bij elke start gaat de auto terug naar
de Normaal-modus om minder ac‐
cuoplaadreserve voor normaal rijden
aan te houden.
Controlelamp Berg 3 66.
Hold-modus
De Stilhouden-modus is alleen be‐
schikbaar als de auto in de elektri‐
sche modus staat. In deze modus
wordt de resterende acculading voor
de bestuurder in een reserve gezet
voor gebruik naar wens. In deze mo‐
dus schakelt de auto over op de ver‐
lengingsmodus actieradius om de re‐
serve-acculading te behouden.
Bij het afsluiten van de Stilhouden-
modus komt de accuoplaadreserve
weer beschikbaar en gaat de auto
weer naar de elektrische modus. Bij
een rechtstreekse overgang van de
Stilhouden-modus naar de Berg-mo‐
dus wordt de weergegeven elektri‐
sche actieradius aangepast voor de
oplaadreserve van de Berg-modus.
In de hold-modus accelereert of remt
de auto normaal.
Druk op RIJMODUS om Stilhouden te
selecteren.
Als u opnieuw op RIJMODUS drukt,
gaat u terug naar de modus
Normaal. Deze wordt na
drie seconden actief.
Bij elke start gaat de auto terug naar
de Normaal-modus.
Controlelamp Stilhouden 3 66.
Onderhoudsmodi
Onderhoudsmodus motor
In de onderhoudsmodus motor werkt
de motor na ongeveer zes weken
zonder of met uiterst weinig motorac‐
tiviteit om deze in een goede staat te
houden. In de onderhoudsmodus mo‐
tor moet de motor gedwongen