Aangesloten elektrische accessoires
moeten wat betreft de elektromagne‐
tische compatibiliteit voldoen aan de
DIN-norm VDE 40 839.
Geen accessoires aansluiten die
stroom leveren, zoals laadtoestellen
of accu's.
Aansluitingen niet beschadigen door
het gebruik van ongeschikte stekkers.
Instrumenten en bedieningsorganen
Waarschuwingslampen
, meters en
controlelampen
Snelheidsmeter
Aanduiding van de rijsnelheid.
De getoonde eenheid kan worden ge‐
wijzigd in het Driver Information Cen‐
tre (DIC).
Driver Information Centre (DIC)
3 69.
Kilometerteller
Geeft de gemeten afstand aan.
Dagteller
Toont de verbruikte brandstof, het ge‐
middelde brandstofverbruik en de ki‐
lometrage sinds de laatste keer te‐
rugzetten van de dagteller.
Reset de tripgegevens door de toets
SELECT links naast het stuurwiel in‐
gedrukt te houden als trip A of trip
B verschijnt.
De dagteller staat in het Driver Infor‐
mation Centre (DIC).
Driver Information Centre (DIC)
3 69.
Brandstofmeter
Deze indicator geeft het brandstofpeil
aan.
Als deze indicator op de voorgrond
staat, rijdt de auto in de verlengings‐
modus actieradius.
De waarde naast de indicator geeft
een schatting van de actieradius van
de auto in deze modus.
Verlengingsmodus actieradius
3 112.
59