Parkeren
■ De auto niet op een licht ontvlam‐
bare ondergrond parkeren. Ont‐
vlambare stoffen kunnen hete uit‐
laatonderdelen onder de auto ra‐
ken en ontbranden.
■ Trek altijd de elektrische handrem
aan. Schakelaar m naar u toe trek‐
ken.
■ Schakel de ontsteking uit. Stuurwiel
verdraaien totdat het stuurslot ver‐
grendelt.
■ Wanneer de auto vlak of op een op‐
lopende helling staat, dan voor het
uitschakelen van het contact de
handrem aantrekken en de de keu‐
zehendel op P zetten. Op een op‐
lopende helling bovendien de voor‐
wielen van de stoeprand weg‐
draaien.
Wanneer de auto op een aflopende
helling staat, dan voor het uitscha‐
kelen van het contact de keuzehen‐
del op P zetten. Bovendien de voor‐
wielen naar de stoeprand toe‐
draaien.
■ Vergrendel de auto en activeer het
alarmsysteem.
Rijden en bediening
Bedrijfsmodi elektrisch
voertuig
Bediening
Dit is een elektrische auto met een
verlengingsmodus actieradius. De
auto gebruikt een elektrisch aandrij‐
vingssysteem om altijd te kunnen rij‐
den. Elektriciteit is de primaire ener‐
giebron van de auto en benzine de
secundaire bron.
De auto kan in twee bedrijfsmodi wer‐
ken: Elektrische en verlengingsmo‐
dus actieradius In beide modi rijdt de
auto via de elektrische aandrijving.
De auto zet elektrische energie om
een mechanische energie om de wie‐
len aan te drijven. De prestaties van
de auto zijn in beide modi even goed.
Elektrische modus
In de elektrische modus gebruikt de
auto geen brandstof en is er geen uit‐
laatemissie. In deze primaire modus
rijdt de auto op elektrische energie uit
111