Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Opel Ampera Handleiding pagina 168

Inhoudsopgave

Advertenties

168
Verzorging van de auto
door een rijdende band met de sensor
van het
bandenspanningscontrolesysteem.
Na het verwisselen van een band
moet de auto ca. 20 minuten blijven
stilstaan alvorens het systeem een
herberekening uitvoert. Het daarop‐
volgende inleerproces duurt
10 minuten bij een rijsnelheid van mi‐
nimaal 19 km/u. In dit geval kan $
verschijnen of u ziet wisselende ban‐
denspanningswaarden op het DIC.
Wanneer tijdens het inleren proble‐
men optreden, ziet u een waarschu‐
wingsmelding op het DIC.
Let op
Bij auto's met de automatische in‐
leerfunctie is handmatig koppelen
van de sensoren niet mogelijk.
Storing
Het bandenspanningscontrolesys‐
teem werkt niet goed als er een of
meerdere sensoren ontbreken of de‐
fect zijn.
Als het systeem een storing detec‐
teert, knippert A gedurende ongeveer
een minuut en blijft dan gedurende de
gehele rijcyclus branden. Er ver‐
schijnt ook een waarschuwingsbe‐
richt op het DIC. A en het waarschu‐
wingsbericht op het DIC verschijnen
bij elke rijcyclus totdat het probleem
verholpen is. Problemen waardoor
deze verschijnen zijn onder andere:
■ Het koppelen van de sensoren van
het bandenspanningscontrolesys‐
teem is na het omwisselen van de
banden gestart maar niet voltooid
of niet juist voltooid. Na het juist
koppelen van de sensoren van het
bandenspanningscontrolesysteem
moeten het bericht op het DIC en
A verdwijnen.
■ Een of meerdere sensoren van het
bandenspanningscontrolesysteem
ontbreekt/ontbreken of is/zijn be‐
schadigd. Na het installeren van de
sensoren en het juist koppelen van
de sensoren moeten het bericht op
het DIC en A verdwijnen. De hulp
van een werkplaats inroepen.
■ Reservebanden of -wielen komen
niet overeen met de origineel aan‐
gebrachte banden of wielen. Door
banden en wielen met andere spe‐
cificaties dan aanbevolen werkt het
bandenspanningscontrolesysteem
wellicht niet goed.
■ Door elektronische apparaten of in
de buurt van installaties met radio‐
grafische frequenties binnen het
bereik van het bandenspannings‐
controlesysteem raken de senso‐
ren van het bandenspanningscon‐
trolesysteem wellicht defect.
Als het bandenspanningscontrole‐
systeem niet goed werkt, kan het
geen te lage bandenspanning detec‐
teren of signaleren. De hulp van een
werkplaats inroepen.
Profieldiepte
Regelmatig de profieldiepte controle‐
ren.
Om veiligheidsredenen de banden te
vervangen wanneer een profieldiepte
van 2–3 mm (4 mm voor winterban‐
den) is bereikt.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave