Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

132
Rijden en bediening
3. Sluit de oplaadkabel aan op het
stopcontact. Controleer of de lam‐
pen voor de status van de oplaad‐
kabel beide groen zijn. Selecteer
het juiste oplaadniveau. Afhanke‐
lijk van het specifieke automodel
selecteert u het oplaadniveau via
het oplaadscherm op het Colour-
Info-Display of via de oplaadni‐
veauknop op de oplaadkabel.
9 Waarschuwing
Bij een oplaadniveau dat de capa‐
citeit van het elektrische circuit of
het stopcontact te boven gaat is er
kans op brand of schade aan het
elektrische circuit. Gebruik op‐
laadniveau 1 totdat een erkende
elektricien de capaciteit van uw
elektrische circuit inspecteert. Ge‐
bruik oplaadniveau 1 als de capa‐
citeit van het elektrische circuit of
het stopcontact onbekend is.
Elektrische vereisten 3 137.
Colour-Info-Display 3 72.
Oplaadkabel 3 134.
4. Sluit de autostekker van de op‐
laadkabel aan op de oplaadaan‐
sluiting op de auto. Controleer op
de lamp oplaadstatus bovenop
het instrumentenpaneel brandt en
of de claxon piept.
Oplaadstatus 3 133.
5. Activeer de diefstalbeveiliging van
de oplaadkabel door de auto met
de handzender te vergrendelen.
Persoonlijke instellingen 3 84.
Opladen beëindigen
1. Ontgrendel de auto met de hand‐
zender om de diefstalbeveiliging
van de oplaadkabel te deactive‐
ren.
2. Trek de autostekker van de op‐
laadkabel uit de auto door de hen‐
del van de autostekker in te knij‐
pen en de stekker eruit te trekken.
3. Sluit de klep van de oplaadaan‐
sluiting door stevig op het midden
ervan te drukken, opdat deze
goed vergrendelt.
4. Trek de oplaadkabel uit het stop‐
contact.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave