58
Instrumenten en bedieningsorganen
Instelbaar wisinterval
Wisserhendel in stand 5.
Draai aan het stelwiel om het gewen‐
ste wisinterval in te stellen:
kort
= stelwiel omhoog‐
interval
draaien
lang
= stelwiel omlaag‐
interval
draaien
Voorruitsproeiers
Hendel naar u toe trekken. Er wordt
sproeiervloeistof op de voorruit ge‐
spoten en de ruitenwisser maakt en‐
kele slagen.
Klok
De klok verschijnt op het Colour-Info-
Display.
Klok instellen
1. Druk op de tijdprogrammerings‐
knop om rechtsreeks naar de pa‐
gina voor het instellen van de tijd
te gaan of druk op de knop
CONFIG en selecteer Tijd uit de
lijst.
2. Draai aan de knop TUNE/MENU
om door de beschikbare instel‐
functies te bladeren.
3. Druk op de knop TUNE/MENU of
druk op de tijdschermtoets om an‐
dere opties binnen die functie
weer te geven.
4. Druk op + of - om de uren en mi‐
nuten op de klok hoger of lager te
zetten.
Te selecteren instellingsopties:
■ 12 uur / 24 uur weergave: Wijzigt de
urenindicatie tussen 12 uur en 24
uur.
■ Dag + of Dag -: Zet de datum op het
Colour-Info-Display later of vroe‐
ger.
■ Scherm: Schakelt het tijdsdisplay in
of uit.
Persoonlijke instellingen 3 84.
Elektrische aansluitingen
De drie 12 V-aansluitingen bevinden
zich op de volgende punten:
■ Voor in de middelste vloerconsole.
■ Achter op de middelste vloercon‐
sole.
■ In het opbergvak instrumentenpa‐
neel.
Het maximaal opgenomen vermogen
mag niet meer bedragen dan
180 watt.
9 Gevaar
De stekkerdozen staan onder een
hoge spanning!
De 12 V-aansluitingen leveren stroom
als het contact aan is of als de auto in
de modus Vertraagde uitschakeling
stroom staat.
Behouden stroom uit 3 109.