130
Rijden en bediening
Plaats van de
achteruitkijkcamera
De achteruitkijkcamera bevindt zich
boven de kentekenplaat.
De door de camera weergegeven
zone is beperkt.
De camera toont geen objecten die
zich dichtbij een van de hoeken of on‐
der de bumper bevinden en het beeld
kan afhankelijk van de richting van de
auto of de staat van het wegdek va‐
riëren. De afstand van het beeld op
het scherm geeft niet de werkelijke
afstand weer.
Storing
Het achteruitkijkcamerasysteem kan
minder goed werken of wellicht een
minder goed beeld geven als:
■ De achteruitkijkcamera wordt uitge‐
schakeld.
■ Het donker is.
■ De zon of de straal van koplampen
rechtstreeks op de lens van de ca‐
mera valt.
■ Er is ijs, sneeuw, modder of iets an‐
ders aangekoekt op de lens van de
camera. Reinig de lens, spoel deze
met water en veeg deze met een
zachte doek af.
■ De achterkant van de auto is ge‐
troffen door een ongeval. De stand
en de montagehoek van de camera
kan veranderen of de camera kan
minder goed werken. Laat de ca‐
mera en de stand en de montage‐
hoek door een werkplaats inspec‐
teren.
Als het systeem geen vereiste infor‐
matie van andere boordsystemen
ontvangt, verschijnt er een foutmel‐
ding op het Colour-Info-Display.
Raadpleeg een werkplaats als er een
ander probleem is of als het probleem
aanhoudt.