uuControlelampjesu
Controlelampje
Waarschuwingslampje
veiligheidsgordel
Dieselmodellen
Controlelampje
gloeibougies
*1: Modellen met het sleutelloze toegangssysteem hebben een knop ENGINE START/STOP in plaats van een contactschakelaar.
92
Naam
Aan/Knipperend
Gaat branden als u de veiligheidsgordel niet
●
draagt wanneer u de contactschakelaar in
(
w
de stand AAN
Knippert tijdens het rijden als u uw
●
veiligheidsgordel niet hebt vastgegespt. Er
klinkt een zoemer en het controlelampje
knippert met regelmatige intervallen.
●
Draagt de voorpassagier de
veiligheidsgordel niet, dan gaat het
controlelampje een paar seconden later
branden.
●
Knippert tijdens het rijden als de
voorpassagier de veiligheidsgordel niet heeft
vastgegespt. Er klinkt een zoemer en het
controlelampje knippert met regelmatige
intervallen.
Gaat enkele seconden branden wanneer u
●
de contactschakelaar in de stand AAN
zet en dooft vervolgens.
Gaat enige tijd branden wanneer u de
●
contactschakelaar in de stand AAN
bij extreem lage
motorkoelvloeistoftemperatuur en gaat
vervolgens uit.
De zoemer stopt en het controlelampje
●
gaat uit wanneer u de veiligheidsgordel
*1
zet.
hebt vastgegespt.
Blijft branden nadat u de
●
veiligheidsgordel hebt vastgegespt -
Er kan zich een detectiefout in de sensor
hebben voorgedaan. Laat het voertuig door
een dealer controleren.
●
De zoemer stopt en het controlelampje
gaat uit wanneer de voorpassagier de
veiligheidsgordel heeft vastgegespt.
●
Blijft branden nadat de voorpassagier de
veiligheidsgordel heeft vastgegespt -
Er kan zich een detectiefout in de sensor
hebben voorgedaan. Laat het voertuig door
een dealer controleren.
Blijft branden - De motor is koud. Start de
●
(
w
*1
motor niet totdat het controlelampje uit is.
●
Als u nog steeds problemen hebt om de
motor te starten, laat uw voertuig dan
(
w
*1
zet
controleren door een dealer.
Uitleg
Waarschuwingslampje
2
veiligheidsgordel
BLZ. 40
Motor starten
2
BLZ. 397, 400
Bericht
—