uuTijdens het rijdenuWaarschuwingssysteem voor bandenspanning
* Niet beschikbaar op alle modellen
456
U kunt het systeem kalibreren met de aangepaste
functionaliteiten op het multi-informatiedisplay.
1. Druk op de knop
tot
wijzigen) op het display wordt weergegeven en
druk vervolgens op de knop SEL/RESET.
2. Druk op de knop
tot Bandenspanning
waarschuwing op het display wordt
weergegeven.
3. Druk op de knop SEL/RESET.
u
Het display schakelt over naar het scherm
Instellingen aanpassingen waarin u
Annuleren of Initialiseren kunt selecteren.
4. Druk op de knop
en selecteer
Initialiseren, en druk vervolgens op de knop
SEL/RESET.
u
Het scherm Voltooid wordt weergegeven,
waarna het display terugkeert naar het
scherm Instellingen aanpassingen.
•
Het kalibratieproces wordt automatisch voltooid.
1Kalibratie van het waarschuwingssysteem voor bandenspanning
•
Het waarschuwingssysteem voor bandenspanning kan niet
(instellingen
worden gekalibreerd als een thuiskomer
•
Het kalibratieproces heeft ongeveer 30 minuten
cumulatieve rijtijd met een snelheid tussen 40−100 km/h
nodig.
•
Als tijdens deze periode het contact wordt ingeschakeld en
het voertuig niet binnen 45 seconden gaat rijden, zal het
controlelampje voor lage bandenspanning kort branden.
Dit is normaal en geeft aan dat de kalibratie nog niet is
voltooid.
Als de sneeuwkettingen zijn aangebracht, verwijdert u deze
alvorens het waarschuwingssysteem voor bandenspanning
te kalibreren.
Als het controlelampje lage bandenspanning/waarschuwing
bandenspanning gaat branden, zelfs wanneer banden met
de juiste spanning zijn gemonteerd, laat u uw voertuig door
een dealer controleren.
Wij adviseren banden van hetzelfde merk, model en grootte
als de originelen te gebruiken. Vraag een dealer om meer
informatie.
*
is gemonteerd.