■
Achterruitwisser/sproeier
b
a
c
d
a
INT: Interval
b
ON
c
OFF
d
Sproeier
■
Werking tijdens achteruitrijden
Wanneer u de transmissie naar de stand
werkt de achterruitwisser automatisch als volgt, zelfs al is de schakelaar ervan uitgeschakeld.
Stand voorruitwisser
INT (Interval)
LO (Langzaam wissen)
HI (Snel wissen)
*1: Modellen met het sleutelloze toegangssysteem hebben een knop ENGINE START/STOP in
plaats van een contactslot.
De achterruitwisser en -sproeier kunnen worden
gebruikt, wanneer de contactschakelaar in de stand
d
(
w
AAN
*1
staat.
■
Wisserschakelaar (OFF, INT, ON)
De ruitenwisser werkt onderbroken na het voltooien
van een paar wisslagen.
■
Sproeier (
)
Sproeit wanneer u de schakelaar naar deze stand
draait.
Houd de schakelaar vast om de ruitenwisser te
activeren en de sproeier te laten sproeien. Wanneer
u de schakelaar loslaat, stopt de wisser na een paar
wisslagen.
R
(
schakelt terwijl de voorruitwissers geactiveerd zijn,
Werking achterruitwisser
Interval
Continu
uuSchakelaars rondom het stuurwiel bedienenuRuitenwissers en ruitensproeiers
189