uuTijdens het rijdenuSchakelen
■
Bediening handmatige schakelmodus met 7 versnellingen
(
-
schakelflipper
(Terugschakelen)
Terugschakelen wanneer u de
(
-
schakelflipper naar u toe
trekt (schakelt naar lagere
versnelling)
410
1Bediening handmatige schakelmodus met 7 versnellingen
(
+
schakelflipper
(Opschakelen)
Opschakelen wanneer u de
+
(
schakelflipper naar u toe
trekt (schakelt naar hogere
versnelling)
Bij elke bediening van de schakelflipper wordt één
versnellingswissel uitgevoerd.
Om continu van versnelling te wisselen, laat u de
schakelflipper los alvorens deze weer naar u toe te trekken
voor de volgende versnelling.
Het schakelcontrolelampje knippert wanneer u niet op of
terug kunt schakelen. Het geeft aan dat de voertuigsnelheid
niet in het toegestane schakelbereik ligt.
Geef een beetje gas om op te schakelen en laat het los om
terug te schakelen terwijl het controlelampje knippert.
Het schakelcontrolelampje kan ook knipperen wanneer u
niet kunt terugschakelen tijdens langzaam rijden. Dit
voorkomt dat de transmissie beschadigd raakt.