Ruitenwissers en ruitensproeiers
■
Ruitenwisser/ruitensproeier voor
Trek om
sproeier te
gebruiken.
e
Intervalafstelring
a
MIST
b
OFF
c
INT
*
: Lage snelheid met interval
d
LO: Langzaam wissen
HI: Snel wissen
e
*1: Modellen met het sleutelloze toegangssysteem hebben een knop ENGINE START/STOP in
plaats van een contactslot.
* Niet beschikbaar op alle modellen
De ruitenwissers en -sproeiers kunnen worden
gebruikt, wanneer de contactschakelaar in de stand
a
(
w
AAN
*1
staat.
■
MIST
b
De ruitenwissers wissen snel totdat de hendel wordt
losgelaten.
c
■
d
Wisserschakelaar (OFF, INT
Wijzig de instelling van de wisserschakelaar aan de
hand van de hoeveelheid regen.
■
AUTO
*
2 Automatisch onderbroken ruitenwissers
■
Werking van de ruitenwissers aanpassen
Draai aan de instelring om de werking van de
ruitenwissers aan te passen.
Lagere snelheid, minder wisslagen
Hogere snelheid, meer wisslagen
■
Sproeier
Sproeit wanneer de hendel naar u toe wordt getrokken.
Wanneer u de hendel langer dan één seconde loslaat, stopt
het sproeien, wissen de ruitenwissers nog twee of drie keer
om de voorruit te wissen en stoppen vervolgens.
uuSchakelaars rondom het stuurwiel bedienenuRuitenwissers en ruitensproeiers
1Ruitenwissers en ruitensproeiers
ATTENTIE
Gebruik de ruitenwissers niet wanneer de voorruit droog is.
Er komen krassen op de voorruit of de rubberen bladen
raken beschadigd.
ATTENTIE
In koud weer kunnen de bladen bevriezen op de voorruit en
vast blijven kleven.
*
, LO, HI)
Door de ruitenwissers in deze toestand te gebruiken, zouden
de ruitenwissers beschadigd kunnen raken. Maak gebruik
van de ontwaseming om de voorruit te verwarmen, schakel
vervolgens de ruitenwissers in.
*
BLZ. 188
Modellen zonder automatische interval ruitenwissers
Wanneer wordt geaccelereerd terwijl de ruitenwissers in de
*
intervalstand staan, neemt de lengte van het wisinterval af.
Wanneer het voertuig wegrijdt, wordt één wisslag gemaakt.
Wanneer het voertuig accelereert, wordt de instelling van het
kortste interval van de wisser (
Schakel de ruitensproeiers uit wanneer er geen
ruitensproeiervloeistof op de ruit wordt gespoten.
De pomp kan beschadigd raken.
De ruitenwissermotor is met een onderbreker uitgerust, die
de werking van de motor tijdelijk zou kunnen stoppen om
een overbelasting te vermijden. De werking van de
ruitenwissers zal na enkele minuten worden hervat, wanneer
het circuit weer normaal geworden is.
VERVOLG
) gelijk aan de instelling LO.
187