Airbags
Onderdelen van het airbagsysteem
De airbags voor, de zijairbags voor en de
zijgordijnairbags worden opgeblazen afhankelijk
van de richting en de kracht van de botsing. Het
airbagsysteem bestaat uit:
•
Twee SRS (aanvullend veiligheidssysteem)-
airbags voor. De bestuurdersairbag is
opgeborgen in het midden van het stuurwiel;
de airbag voor de voorpassagier is opgeborgen
in het dashboard. Beide zijn met SRS AIRBAG
gemarkeerd.
•
Twee zijairbags, één voor de bestuurder en
één voor de voorpassagier. Deze airbags zijn
opgeborgen in de zijkant van de rugleuning
van de voorstoelen. Beide zijn met SIDE
AIRBAG gemarkeerd.
•
Twee zijgordijnairbags, één voor elke zijde van
het voertuig. Deze airbags zijn opgeborgen in
het plafond, boven de zijruiten van het
voertuig. De voor- en achterstijlen zijn
gemarkeerd met SIDE CURTAIN AIRBAG.
50
•
Een elektronische regeleenheid die, wanneer
de contactschakelaar in de stand AAN
staat, continu informatie bewaakt en
registreert met betrekking tot de sensoren, de
airbag-opblaasmechanismen, de
veiligheidsgordelspanners en het gebruik van
de veiligheidsgordels door de bestuurder en de
voorpassagier.
•
Automatische veiligheidsgordelspanners voor
en op buitenste zitplaatsen achter.
•
Botsingssensoren die een matige tot krachtige
frontale botsing of botsing van opzij kunnen
detecteren.
•
Een controlelampje in het instrumentenpaneel
dat waarschuwt voor een mogelijk probleem
met het airbagsysteem of de
veiligheidsgordelspanners.
•
Een controlelampje nabij de schakelhendel
waarschuwt u wanneer de voorste
passagiersairbag is uitgeschakeld.
*1: Modellen met het sleutelloze
toegangssysteem hebben een knop ENGINE
START/STOP in plaats van een contactslot.
w
(
*1