uuVóór het rijdenuVoorbereidingen voor het rijden
•
Controleer of voorwerpen die achter de voorstoelen op de vloer zijn gelegd niet onder de
voorstoelen kunnen doorrollen.
u
Ze kunnen de bestuurder hinderen bij de bediening van de pedalen en het afstellen van
de stoelen.
•
Iedereen in het voertuig dient een veiligheidsgordel te dragen.
2 Veiligheidsgordels vastgespen BLZ. 43
•
Controleer of alle controlelampjes in het instrumentenpaneel aan gaan wanneer u de motor
start, en kort daarna doven.
Laat het voertuig altijd door een dealer controleren indien een probleem wordt
u
aangegeven.
2 Controlelampjes BLZ. 86
390