Bericht
Verschijnt wanneer de schakelaar van de elektrische
●
*2
parkeerrem wordt ingedrukt zonder dat het rempedaal is
ingetrapt terwijl de elektrische parkeerrem in werking is.
*3
●
Wordt wit weergegeven wanneer u de contactschakelaar in de
stand START
●
Wordt wit weergegeven wanneer de ramen beslaan door de
buitencondities of wanneer deze gaan afwijken van de
*3
instellingen van de klimaatregeling die u hebt geselecteerd,
terwijl de start-/stopfunctie is ingeschakeld.
Wordt oranje weergegeven wanneer er aan de volgende
●
omstandigheden wordt voldaan, terwijl de start-/stopfunctie is
ingeschakeld:
-
U draagt geen veiligheidsgordel.
-
De schakelhendel staat in een andere stand dan
●
Gaat branden wanneer u de schakelhendel vanuit de stand
*3
in een andere stand zet zonder het koppelingspedaal in te
trappen terwijl de start-/stopfunctie in werking is.
*1: Modellen met het sleutelloze toegangssysteem hebben een knop ENGINE START/STOP in plaats van een contactschakelaar.
*2: Modellen met continu variabele transmissie
*3: Modellen met handgeschakelde transmissie
uuControlelampjesuWaarschuwings- en informatieberichten op multi-informatiedisplay
Conditie
e
(
*1
zet voordat u de koppeling volledig intrapt.
Wordt tijdens het rijden weergegeven - Druk op de
●
schakelaar van de elektrische parkeerrem met het rempedaal ingetrapt.
Parkeerrem
2
●
Trap het koppelingspedaal in.
Trap het koppelingspedaal in. Doe onmiddellijk de
●
veiligheidsgordel om en houd de schakelhendel in de stand
de volgende keer dat de start-/stopfunctie wordt ingeschakeld.
N
(
.
(
N
●
De motor start niet, zelfs als de accu leeg raakt. Schakel naar
(
N
om te voorkomen dat de accu leeg raakt.
Start-/stopsysteem
2
Uitleg
BLZ. 458
BLZ. 419
(
N
VERVOLG
117