uuRemmenuRemsysteem
■
Voetrem
Uw voertuig is uitgerust met schijfremmen op alle vier de wielen. Vacuümbekrachtiging
vermindert de kracht die nodig is om het rempedaal te bedienen. Het
remondersteuningssysteem vergroot de remkracht wanneer u het rempedaal in een
noodsituatie hard intrapt. Het antiblokkeersysteem (ABS) helpt u de controle over het voertuig
te behouden wanneer zeer hard wordt geremd.
2 Remondersteuningssysteem BLZ. 465
2 ABS (antiblokkeersysteem) BLZ. 464
460
Modellen met handgeschakelde transmissie
Gaspedaal
Trap het gaspedaal voorzichtig in en laat het
koppelingspedaal los.
u
Het controlelampje van de elektrische
parkeerrem gaat uit.
U kunt de parkeerrem automatisch uitschakelen
wanneer:
•
De bestuurder zijn veiligheidsgordel draagt.
•
De motor draait.
•
De schakelhendel staat in een andere stand
N
(
dan
.
•
Het koppelingspedaal wordt volledig ingetrapt
en het koppelingspedaal wordt losgelaten nadat
het gaspedaal voorzichtig wordt ingetrapt.
1Voetrem
Controleer de remmen nadat u door diep water bent
gereden, of indien er veel water op het wegdek staat. Droog
de remmen indien nodig door het rempedaal enkele malen
licht in te drukken.
Hoort u tijdens het remmen een continu metaalachtig
wrijvingsgeluid, dan moeten de remblokken worden
vervangen. Laat het voertuig door een dealer controleren.
Constant gebruik van het rempedaal tijdens het afdalen van
een helling zorgt voor hitte-opbouw, hetgeen de effectiviteit
van de remmen vermindert. Rem op de motor door uw voet
van het gaspedaal te nemen en naar een lagere versnelling
terug te schakelen. Gebruik bij een handgeschakelde
transmissie een lagere versnelling om meer te remmen op de
motor.
Laat uw voet tijdens het rijden niet op het rempedaal rusten,
aangezien de remmen hierdoor licht bediend worden en
deze na verloop van tijd hun effectiviteit verliezen; tevens
wordt de levensduur van de remblokken hierdoor verkort.
Bovendien worden verkeersdeelnemers achter u door de
oplichtende remlichten in verwarring gebracht.