■
Schakelen tussen de recirculatie-/frisse-luchtmodus
Modellen met pictogram SYNC
Raak het pictogram
(recirculatie) aan en wijzig de modus afhankelijk van de
omgevingsomstandigheden.
Recirculatiemodus (controlelampje aan): recirculeert de lucht in het voertuig door het systeem.
Frisse-luchtmodus (controlelampje uit): behoudt de buitenventilatie. Houd het systeem in de
frisse-luchtmodus in normale omstandigheden.
Modellen zonder pictogram SYNC
Raak het pictogram
(recirculatie) of
afhankelijk van de omgevingsomstandigheden.
Recirculatiemodus (controlelampje aan): recirculeert de lucht in het voertuig door het systeem.
Frisse-luchtmodus (controlelampje aan): behoudt de buitenventilatie. Houd het systeem in de
frisse-luchtmodus in normale omstandigheden.
(frisse lucht) aan en wijzig de modus
uuKlimaatregelsysteemuAutomatische klimaatregeling gebruiken
VERVOLG
221