Voertuigstabiliteitsassistentie-
systeem (VSA)
(B453)
● Het voertuigstabiliteitsassistentiesysteem (VSA)
helpt bij het stabiliseren van het voertuig tijdens
bochten en helpt bij het handhaven van tractie
tijdens het versnellen op los of glad wegdek.
● VSA wordt automatisch ingeschakeld telkens
wanneer de motor wordt gestart.
● Om het VSA-systeem in of uit te schakelen,
drukt u op de knop en houdt u deze ingedrukt
totdat u een piepsignaal hoort.
Cruisecontrol
(B424)
● Met cruisecontrol kunt u een ingestelde
snelheid handhaven zonder dat u uw voet op
het gaspedaal hoeft te houden.
● Druk op de knop MAIN om de cruisecontrol in te
schakelen. Selecteer cruisecontrol door op de
knop LIM te drukken en druk vervolgens op –/SET
wanneer u de gewenste snelheid hebt bereikt
(meer dan 30 km/h).
24
Instelbare
snelheidsbegrenzer
● Dit systeem laat u een maximumsnelheid
instellen, die niet kan worden overschreden,
zelfs al trapt u het gaspedaal in.
● Druk op de knop MAIN om de instelbare
snelheidsbegrenzer te gebruiken. Selecteer de
instelbare snelheidsbegrenzer door op de knop
LIM te drukken en druk vervolgens op –/SET
wanneer het voertuig de gewenste snelheid
bereikt.
● De snelheidslimiet van het voertuig kan worden
ingesteld tussen 30 km/h en 250 km/h.
Waarschuwingssysteem
voor bandenspanning
(DWS)
(B455)
DWS detecteert een verandering in de
bandomwentelingssnelheid als een afname van de
bandenspanning.
(B427)