■
Camera rijbaanassistentie
Camera
■
Rijbaanassistentie aan en uit
Knoppen
Controlelampjes
De camera bevindt zich achter de
achteruitkijkspiegel.
Druk op de knop van de rijbaanassistentie om het
systeem in en uit te schakelen.
u
Het controlelampje in de knop gaat branden
als het systeem is ingeschakeld.
uuTijdens het rijdenuRijbaanassistentie
1Camera rijbaanassistentie
Plak nooit folie of voorwerpen tegen de voorruit die het
gezichtsveld van de camera van de rijbaanassistentie kunnen
belemmeren.
Krassen, butsen en andere beschadigingen van de voorruit
die binnen het gezichtsveld van de camera van de
rijbaanassistentie vallen, kunnen leiden tot een abnormale
werking van het systeem. In dat geval raden wij aan de
voorruit te vervangen door een originele voorruit van Honda.
Ook hele kleine reparaties binnen het gezichtsveld van de
camera of een niet-originele voorruit kunnen een abnormale
werking van het systeem veroorzaken.
Laat de camera na vervanging van de voorruit door een
dealer opnieuw kalibreren. Voor een goede werking van het
systeem moet de camera van de rijbaanassistentie goed
gekalibreerd zijn.
Plaats geen voorwerpen boven op het instrumentenpaneel.
Ze kunnen weerkaatsen in de voorruit en het systeem
belemmeren bij het detecteren van rijstrookmarkeringen.
Om te het risico te verkleinen dat een hoge
binnentemperatuur het camerasysteem uitschakelt, dient u
bij het parkeren te kiezen voor een schaduwrijke plek of de
voorzijde van het voertuig uit direct zonlicht te parkeren.
Als u een reflecterend zonnescherm gebruikt, zorg ervoor
dat deze de camerabehuizing niet bedekt. Door de camera af
te dekken, kan de temperatuur in de camera toenemen.
VERVOLG
*
443